“ESG aanpakken levert KMO’s competitief voordeel op!”
De talrijke KMO’s spelen een belangrijke rol om onze transitie naar duurzaamheid te doen slagen. Dit klinkt uitdagend, want KMO’s hebben de handen al vol met hun operationele werking. Hoe kunnen zij met hun bereik en middelen toch klimaatgericht handelen? Met dit behapbaar advies kunnen KMO’s met duurzaamheid starten.
Aanwezig in de bestuurskamer
Bestuurders: Hélène Bostoen, Jos Deslee, Tessa Dugardin, Christel Lootens, Henk Cottenie, Katleen Vandeweyer, Pascal Dormal
ESG Experten: Charlotte Binst, Brecht De Roo, Ingrid D’Haeyer, Ilse Tant
Andere netwerken: Johan Guldix, VOKA Saartje Verbeke, GUBERNA
“Geen tijd”, “Geen mensen”, “Geen centen” zijn vaak gehoorde bezwaren van KMO’s rond duurzaamheid. Ondernemers uit dit segment hebben niet zomaar alles in huis om ESG te implementeren. Chapter Zero Brussels en Stella P, in samenwerking met De Bestuurder en Vlerick Business School, brachten bestuurders, ondernemers en ESG-experten aan tafel. Zij brachten de belemmeringen en opportuniteiten voor KMO’s inzake ESG in kaart met als doel te sensibiliseren. KMO’s zullen immers met rapportering over duurzaamheid te maken krijgen en mogen niet achteroplopen.
Neem de eigenheid van KMO’s mee
ESG botst tegen de realiteit aan van elke dag in KMO’s. Aan de aanwezigen wordt gevraagd in de huid te kruipen van de zaakvoerder die de handen vol heeft met operationele activiteiten en weinig tijd heeft om aan langetermijnplanning te doen.
Impactmeting? Voor veel KMO’s geen prioriteit. Er zijn zeker KMO’s die duurzaamheid implementeren. De instelling van de ondernemer wordt erbij gehaald. “Voor de meeste ondernemers is tijd geld”. “Hoe kleiner de papiermolen, hoe beter”. “Het mag niet te veel kosten”. Een werkbare aanpak moet daar bij aansluiten: “Voldoende concreet, hands on.” Charlotte Binst ziet best wel hoe moeilijk het is voor KMO’s: “Niet alles is behapbaar”. Nieuwe regels zijn een “berg om over te moeten”. Let op, zegt Jos Deslee. “Als het een ‘moeten’ wordt, dan is de wil tot handelen wég”. Benader KMO’s niet met een opgestoken vinger. Te veel druk werkt averechts. Toch is hun inbreng nodig.
De groep somt nog kenmerken op. Ondernemers zijn vaak koppig. Het zal vele KMO’s worst wezen wat de overheid zegt. Zij moeten tussen regels zwemmen om succesvol te zijn. Als ook een sectorfederatie op de duurzaamheidsrem staat, brengt dat geen zoden aan de dijk. Neem de sterktes van ondernemers mee voor ESG, luidt advies. Ondernemers hebben voelsprieten en een fijn gevoel voor wat leeft. KMO’s hebben het voordeel wendbaarder te zijn dan grote ondernemingen.
Blijven duren en duurzaam handelen
“Ondernemingen leveren een belangrijke bijdrage aan duurzaamheid in de maatschappij”, benadrukt Hélène Bostoen. Duurzaamheid heeft hier de betekenis van “blijven duren”: het voortbestaan verzekeren, producten en werkgelegenheid verschaffen. ESG zal niet voor elke KMO prioriteit nummer een zijn. Als het water de KMO aan de lippen staat, zal het eerder luiden: “duurzaamheid (blijven duren) komt vóór ESG”. Iedereen is het er echter over eens dat het “én-én” is: duurzaam handelen én blijven duren.
Duurzaamheid als competitief voordeel
Er dient iets te worden bijgesteld: duurzaamheid is meer dan een deuk in de portemonnee. KMO’s hebben nog vaak de verkeerde perceptie dat het “een kostenverhaal zonder rentabiliteit” is. Duurzaamheid biedt ook kansen. De Green Deal is bedoeld als groeistrategie. Efficiënter omgaan met energie en materialen verlaagt net de kosten. Goed scoren inzake duurzaamheid kan ondernemingen aan financiering helpen. Een duurzame werkgever kan mensen aantrekken: belangrijk in een krappe arbeidsmarkt. Een goede reputatie kan omzet genereren. KMO’s zijn bijzonder gevoelig voor wat hun klanten willen: daar ligt een belangrijke sleutel tot duurzaam handelen voor KMO’s. Niets doen kan op lange termijn tot meer kosten leiden. “Bedrijven moeten de ernst van de klimaatsituatie willen inzien”, zegt Pascal Dormal. “De meeste bedrijfsrisico’s zijn vandaag gelinkt aan klimaatverandering”.
Engagement begint bij oprichter-CEO
Duurzaamheid start bij de overtuiging van de ondernemer dat duurzaam handelen voor het bedrijf rendeert. “Als wij grote veranderingen voor het klimaat willen zien, is persoonlijk engagement nodig’” zegt Brecht De Roo. “Met veiligheidsvoorschriften ging het net zo: die zijn destijds top-down ingevoerd. De helm en zich vasthouden aan de leuning werden verplicht.” Dit principe kan ook voor duurzaamheid toegepast worden. De sleutel ligt bij de eigenaar. Als die inzicht heeft in wat ESG is en hoe het aan te pakken, dan kan die het verschil maken.
Eigenaars van KMO’s kunnen geïnspireerd worden door hun omgeving: de sectorfederatie, wat concurrenten doen, wat in de pers verschijnt, de klanten enz. Inspiratie kan zelfs uit de fietsclub komen. Ondernemers worden ook tot actie aangemaand door hun eigen kinderen. “Ziet de eigenaar het niet in, dan is er eigenlijk al een probleem”.
Externe invloeden nemen toe
“Bestuurders werken niet enkel meer voor aandeelhouders”, zegt Saartje Verbeke. Vroeg of laat ondervinden KMO’s dat zij andere paden moeten bewandelen. “KMO’s zullen sneller met duurzaamheid te maken hebben dan zij denken”, aldus Christel Lootens. Door de concurrentie of omdat risicogevoelige bedrijven hen erop attent maken. Financiële spelers en grote ondernemingen maken binnenkort hun impactanalyse voor Europa. “Grote klanten zullen hun KMO-leveranciers gegevens vragen voor hun ESG-rapportering. Banken zullen bij kredietverlening ESG-factoren laten meespelen”.
Maak ESG tot onderdeel van de strategie
Wie ESG opneemt in de strategie, wint aan professionalisering. ESG doet stilstaan bij de eigen business op langere termijn. Voor een KMO is dit geen evidentie. “Op de vraag ‘wat ga je doen in de komende vier jaar’ wordt het vaak stil’” zegt Henk Cottenie. Ondernemen is vooruitkijken. “Strategisch denken is kijken wat er morgen op de KMO afkomt. Voor duurzaamheid is dit niet anders”. “Wij moeten oplossingen bedenken om KMO’s uit hun dagelijkse beslommering te halen”, luidt het krachtig advies. Ontzorging is mogelijk. De drukbezette ondernemer kan anderen die rol toemeten. Hebben KMO’s geen bestuur, dan is ESG misschien één van de thema’s die ertoe kan leiden.
Pak ESG op in de raad van bestuur of adviesraad
Een laagdrempelige aanpak richting ESG is voor ondernemers mogelijk doordat hun raad van bestuur of advies dit aanpakt als klankbord. Goede bestuurders sensibiliseren de onderneming rond ESG-thema’s. “Is er al een raad, maar nog niemand met de juiste mindset, dan is het misschien tijd om de nodige vernieuwing aan te brengen die het bedrijf nodig heeft”, meent Tessa Dugardin.
Is mijn klankbord ESG-minded?
Een klankbordcultuur helpt om de KMO in de breedte en met open vizier te bekijken. “Een raad stelt goede, open vragen”:
Wat is de bestaansreden van het bedrijf?
Wat doen wij om relevant te blijven?
Wat kan er anders in onze relatie met klanten en leveranciers?
Wat als wij niets doen? Wat zou de impact van die ramp op ons zijn?
Wat als de bank ESG oplegt als voorwaarde voor financiering?
Wat als je klant dit vraagt, enz.
Een KMO hoeft duurzaamheid niet op elke raad als agendapunt te nemen. Eens per jaar strekt tot aanbeveling.
Informatie over duurzaamheid is afdoende beschikbaar, maar wat als de ondernemer niet naar lezingen of seminaries gaat en geen papers leest? “Veel KMO’s weten nog niet dat hen een rapporteringsplicht boven het hoofd hangt”, klinkt het bezorgd. De uitdaging blijft om die bewustwording naar de KMO te brengen. Een raad van bestuur kan naar externe inspiratie verwijzen om duurzaamheid aan te kaarten. Het is goed dat de buitenwereld blijft hameren op duurzaamheid. Als informatie uit de buitenwereld komt, sterkt dit de raad in de introductie van ESG. De raad of de bestuurder moet net die graad van bewustmaking vinden die geen bemoeienis wordt. “Daag mensen uit in hun denken, maar laat hen zelf tot bewustzijn komen”. Het moet ook niet te technisch worden: “breng geen evangelie, wel common sense”. Maak de ondernemer nieuwsgierig.
Kleine stappen op maat van het bedrijf
Nadat een analyse is gemaakt, kiest de KMO 1 à 2 behapbare doelstellingen en pakt ze aan. “Duurzaam handelen invoeren is altijd maatwerk”, benadrukt Johan Guldix. Elk bedrijf vertrekt van eigen specifieke kenmerken: activiteit, sector, grootte, bereik, impact, enz. Grote onderwerpen worden vertaald naar wat het meest relevant is. Een bedrijf dat veel water verbruikt kan de focus daarop leggen in plaats van op emissies. Een ander bedrijf heeft meer met recycling. Begin klein en eenvoudig, luidt het advies. Doe geen “copy-paste” van wat andere bedrijven doen, al kan dat wel tot inspiratie dienen. Maak inspanningen visueel en communiceer erover. Voedingsbedrijven doen dit op verpakkingen.
Volgens Ingrid D’Haeyer bestaan er veel mooie voorbeelden: bedrijven die elektrische laadpalen ter beschikking stellen van bewoners of die met lokale traiteurs werken voor de bedrijfskantine. “Het hoeven geen grootse dingen te zijn, maar je scoort wel in je lokale omgeving”. Het gaat om anders denken en niet alles als een probleem zien. Ook hier komt de sterkte en durf van een ondernemer goed van pas. Hij heeft een idee heeft en gaat ervoor. Enkele valkuilen worden ook genoemd: “blijf niet enkel hangen bij het laaghangend fruit”. Vermijd quick fixes en greenwashing: snel iets doen onder externe druk. Goed advies is: “Pak een zo groot mogelijke uitdaging aan die toch behapbaar blijft”. De grootste uitdagingen zullen meer tijd nodig hebben.
Een beleidsplan schrijven is voor de KMO misschien te hoog gegrepen, maar een actieplan opvolgen moet kunnen. De competenties van niet-gespecialiseerde bestuurders die KMO’s inspireren worden nog eens samengevat: brede kennis, de kunde (belangrijk!) om de vertaalslag te maken naar de KMO en de passie of de wil om te realiseren. KMO’s kunnen ook extern advies inwinnen.
Dubbelslagen
KMO’s hoeven het warm water niet uit te vinden. Europa verwacht veel van communicatie tussen bedrijven die met elkaar moeten spreken over duurzaamheid dieper in de keten. Dit kan tot nieuwe ecosystemen leiden. Volgens Ilse Tant kunnen nutsbedrijven, die essentiële en continue dienstverlening als taak hebben, en KMO’s elkaar versterken. “Wij evolueren naar zakenmodellen van het product als dienst”. In gebouwen wordt bijvoorbeeld technologie gescheiden van bakstenen enz. Ga in dialoog met expertise elders.
Een deel van de oplossing zal komen van innovatie en technologie. Volgens Katleen Vandeweyer zullen revoluties zoals Internet of Things en AI belangrijke hulpmiddelen zijn om de schaarse activa zo goed mogelijk aan het werk te zetten. KMO’s zullen inzichten verwerven dankzij meetgegevens, waardoor zij nog efficiënter worden. Ook dat is duurzaamheid.
Besluit
KMO’s kunnen zeker handelen richting duurzaamheid. Wie ermee start, heeft de belangrijkste stap al gezet. Grote klimaatthema’s worden naar het bedrijf vertaald. KMO’s kunnen stapsgewijs werken en streven naar een grotere impact die behapbaar blijft. Zij kunnen externe inspiratie opdoen en een raad van bestuur of advies inzetten om voor hen als klankbord te dienen. KMO’s dienen uit kostenoverwegingen zoveel mogelijk in te zetten op synergie, zoals externe dialoog en expertise, innovatie en technologie.
Enkele tips; op maat van KMO’s:
Besef dat de ESG-bal aan het rollen gaat.
Zet uw raad van bestuur/advies als klankbord in.
Luister naar uw klanten, leveranciers en financiers.
Maak de vertaalslag naar uw bedrijf.
Werk met een actieplan en zet kleine doelstellingen op uw maat.
Vind het warm water niet uit: zoek voldoende synergie.
Vertrouw op innovatie en technologie.
Vermijd ‘quick fixes’ en greenwashing (onder externe druk).
Voor adviesverstrekkers: zet niet te veel druk en word niet te technisch.
Auteur: Aagje Van Cauwelaert
Geschreven door De Bestuurder.
Terug naar overzicht